Sint-Jacobsgasthuis 1b

Nadat bij de grote stadsbrand in 1457 het gasthuis, de kapel en het termijnhuis verloren gegaan waren werden ze snel weer opgebouwd. Het gasthuis werd in 1566 genaast door de stedelijke overheid. De Sint-Jacobsheren verhuurden het gasthuis als opslag en voor bruiloften, maar dat gaf conflicten met de overheid. In 1571 staan de Sint-Jacobsheren het […]

Sint-Jacobskapel 1b

Deze kapel behoorde tot het Sint-Jacobsgasthuis aan de Grotekerksbuurt. Balen (p. 158) noemt deze kapel, evenals Lips (p. 127). Na de stadsbrand van 1457 waarbij gasthuis en kapel verloren waren gegaan werden zij weer opgebouwd. Lips (p. 127) geeft aan dat na 1571 de kapel bleef bestaan en diende als turfhuis en voor munitieopslag. Na […]

Achter Sint-Jacobsgasthuis

Het deel van de straat Houttuinen waar het perceel met het Sint-Jacobsgasthuis aan de Grotekerksbuurt aan de achterkant aan grensde, stond in 1392 volgens opgave bij van Dalen (p. 102) ook bekend als Achter Sint-Jacobsgasthuis. Dit geeft wel aan dat het Sint-Jacobsgasthuis destijds een bekende plek was in de stad Dordrecht.

Sint-Jacobsgasthuis 2

Frijhoff noemt (p. 195) het bestaan van een Sint-Jacobsgasthuis aan de Groenmarkt, dus naast het veel bekendere aan de Grotekerksbuurt. Andere auteurs noemen het niet. Bij de grote stadsbrand in 1457 werd het zuidelijke deel van Dordrecht verwoest tot de Visbrug. Deze Visbrug komt uit halverwege de Groenmarkt, dus het is de vraag of dit […]

Sint-Jacobskapel 4

Van Dalen (p.708-709) geeft aan dat de Sint-Nicolaas- of Nieuwkerk in 1569 door brand verwoest is en hetzelfde jaar herbouwd en ingewijd werd. Tot 27 augustus 1572 bleef het een katholieke kerk. Daarna was de kerk tijdelijk in gebruik als garnizoen voor de Schotse soldaten van Leicester. Op 13 juni 1574 kwam hij in dienst […]

Sint-Jacobsbroederschap

Van Dalen (p. 711) vermeldt het bestaan van een Sint-Jacobsbroederschap, ook wel Sint-Jacobsgilde genoemd, dat verbonden was aan de Sint-Jacobskapel in de Sint-Nicolaas- of Nieuwkerk. Over de taken van deze broederschap wordt niets vermeld.

Sint-Jacobsvicarie

Van Dalen (p. 711) vermeldt het bestaan van een vicarie verbonden aan de Sint-Jacobskapel in de Sint-Nicolaas- of Nieuwkerk. De rechten verbonden aan de kapel kwamen door overdracht in 1529 aan Pieter Hendrikszoon van Slingeland en zijn vrouw Cornelia van der Meer. Deze familie bleef het ‘ius patronatus’ bezitten, ook na de brand waarna de […]

Sint-Jacobskapel 3

In de Grote of O.L.V. Kerk heeft een zijkapel bestaan gewijd aan Sint Jacob. Balen (p. 102) meldt dat en er is ook een vermelding in de mediatheek van het NGSJ.

Sint-Jacobsaltaar 2 en -vicarie

Balen (p. 102) vermeldt een Sint-Jacobsaltaar in de Grote Kerk, maar geeft daarbij niet aan of het zich bevond in de Sint-Jacobskapel in deze kerk of op een andere plaats. Aan dit altaar was een vicarie verbonden.

Sint-Jacobskapel 1a

Deze kapel behoorde tot het Sint-Jacobsgasthuis aan de Grotekerksbuurt. Balen (p. 158) noemt deze kapel, evenals Lips (p. 127). Bij de stadsbrand van 1457 werden gasthuis en kapel verwoest en daarna weer opgebouwd.