Als exponent van de christelijke liturgie en de christelijke rituelen is onze omgang met het sacrale en met de heiligen vanaf de jaren zestig volop in beweging. Aanvankelijk sprak men van een teloorgang van het christelijk ritueel en van een ritencrisis. Door de secularisatie was de vanzelfsprekende positie van het christelijke ritueel aangetast, met als gevolg dat er een leemte ontstond. Later kreeg men oog voor het ritueel repertoire dat zich steeds meer buiten de kerk voltrok, maar dat wel sterk verankerd was in het leven van alledag. Vervolgens werd deze situatie aangeduid als een paradox: binnen de vertrouwde context zag men rituelen afbrokkelen en verdwijnen, terwijl ze elders ontdekt werden en opbloeiden. En recentelijk wordt er zelfs gesproken van een overvloed aan rituelen en van een religieuze of rituele ruis die op uiteenlopende wijzen in het maatschappelijk leven resoneert.
Om deze diagnoses te illustreren en te onderbouwen, worden dikwijls devotionele rituelen aangehaald, zoals heiligenverering en bedevaart. Het zogenoemde `traditionele’ ritueel blijkt uiterst modern en actueel te zijn. De grote aandacht en belangstelling voor het devotioneel repertoire is, zowel in het heden als in het verleden, onmisbaar verbonden met verschuivingen en ontwikkelingen in de omgang met sacraliteit en ritualiteit. In deze bundel wordt dit devotioneel repertoire vanuit verschillende invalshoeken verkend en belicht. De afzonderlijke bijdragen richten zich in woord én beeld op heiligencultus en wonderen, op bedevaart en pelgrimage, waarbij op een evenwichtige wijze zowel het verleden als het heden in beeld gebracht worden.