Mieke heeft haar hele leven enorm veel gereisd, maar toen in 2020 COVID uitbrak, kwam daar abrupt een einde aan. Toen is ze gaan wandelen in de duinen. In die periode zag ze ook dat het verwaarloosde Jacobs Godshuis in Haarlem prachtig was gerestaureerd.
Toen ze dat Jacobs Godshuis zag, dacht ze onmiddellijk aan haar ouders, die daar allebei als weeskind hadden gewoond. Het was zo’n mooie plek, ook met de kapel erbij.
Via via hoorde ze van het Jacobsgenootschap en in 2021 werd ze lid. Ze koos voor de regio Amsterdam omdat ze dichtbij woont.
Ze belde met het genootschap in Utrecht en had een heel leuk gesprek met Marja die haar niet alleen van veel informatie over de Camino voorzag, maar haar ook heel enthousiast maakte om de Camino Francés te gaan lopen. Ze besloot dat in 2021 te gaan doen.
Dat voorjaar fietste ze naar een vriendin om haar een boekje over Santiago de Compostela te laten zien; ze wilde delen wat ze van plan was. Onderweg kreeg ze echter een “wegraking”; ze zat op de fiets en het volgende dat ze zich herinnerde was dat ze in het ziekenhuis lag, met allemaal slangetjes aan zich.
Vanuit het ziekenhuis ging ze naar een revalidatiecentrum. Al die tijd lag dat boekje over Santiago naast haar op het nachtkastje. En steeds dacht ze gedecideerd: “Wat er ook gebeurt, IK GA naar Santiago!”
Toen ze eindelijk opknapte besloot ze te gaan. Eigenlijk had ze het liefst vanaf Haarlem – vanaf het Jacobs Godshuis – naar Santiago willen lopen, maar dat vond ze toch te ver.
Ook de Pyreneeën schrapte ze van haar lijstje.
En zo zou ze in 2022, op tachtigjarige leeftijd, van Burgos naar Santiago lopen. Ze had pure dankbaarheid als drijfveer.
Van het Jacobs Godshuis naar Santiago
Haar ouders waren weeskinderen en groeiden op in het Jacobs Godshuis. Op de dag dat haar moeder 21 werd, moest ze het Weeshuis verlaten. Ze kreeg twee hemdjes en één onderbroek mee. (“Het was praktischer geweest als dat andersom was”, merkte Mieke droog op.) Haar ouders trouwden, gingen in Haarlem Noord wonen en kregen kinderen. Maar in 1944 moest iedereen daar evacueren, omdat de nazi’s dat gebied leeg wilden hebben; het was te dicht bij het Noordzeekanaal. Zonder familie om op terug te vallen gingen haar ouders met de kinderen – Mieke was toen twee jaar – terug naar het Weeshuis. Daar werd in 1945 haar jongste broertje geboren. Zijn eerste doopnaam was Jacobus omdat hij in het Jacobs Godshuis ter wereld kwam; hij werd Sjaak genoemd. Sjaak overleed in 1976 en liet een zoon en een dochter achter,
In 2022 liep Mieke dus van Burgos naar Santiago. (Het jaar erop liep ze van Saint-Jean-Pied-de-Port naar Burgos.)
Veel mensen lopen de Camino omdat ze iets moeilijks te verwerken hebben. Mieke besloot echter te gaan lopen uit dankbaarheid vanwege de liefdevolle ouders die ze heeft gehad. Ze wilde hen en Sjaak ook eren.
Op een zondag ging ze met de zoon van Sjaak naar de begraafplaats in Haarlem waar haar ouders en Sjaak begraven liggen. Vandaar uit zijn ze samen naar het Jacobs Godshuis gelopen. Daar werden ze hartelijk ontvangen en kreeg Mieke haar eerste stempel.
Omdat ze een fles Cava in haar rugzak had meegenomen, konden ze meteen daarna een klein feestje bouwen.
Ze ging naar huis en de woensdag daarop is ze – nu met de dochter van Sjaak – opnieuw naar het Jacobs Godshuis gegaan. Vanaf daar zijn ze samen, dwars door de weilanden, naar Schiphol gelopen. Daar nam Mieke het vliegtuig naar Bilbao.
De volgende dag begon ze aan haar tocht, vol dankbaarheid; vanwege haar ouders, haar broertje èn het feit dat ze weer kon lopen na de hersenbloeding of hartstilstand die ze had gehad.
Al na een paar kilometer ontmoette ze een man die huilend vertelde dat hij zijn vrouw aan kanker was verloren. Mieke vindt dat mensen voor elkaar open moeten staan, maar wel tot op zekere hoogte. En ze wist; als ik tot Santiago alle ellende van anderen moet horen, houd ik het niet vol. Heel vriendelijk heeft ze de man gevraagd of hij het goed vond dat ze weer in haar eigen tempo verder zou lopen.
Die eerste dag kwam ze ook Nederlandse vrouwen tegen die vanuit Haarlem hadden gehoord – het had daar in de krant gestaan – dat een tachtigjarige vrouw de Camino liep. Toen Mieke een dorpje binnenwandelde zaten ze op een terrasje en riepen haar bij haar naam.
Onderweg ontmoette ze pelgrims van allerlei nationaliteiten. Er werd veel gepraat, gelachen en ze kreeg handige tips, zoals dat ze haar stokken langer moest maken als ze bergaf ging.
Mieke verbleef heel vaak in herbergen, voor de gezelligheid en voor het echte Camino-gevoel, vooral tijdens de maaltijden ’s avonds.
Aankomst
De aankomst in Santiago was “FANTASTISCH !“ Ze ging haar compostela halen en zag daar een plakkaat van de Huiskamer der Lage Landen. Ze liep er heen en werd warm welkom geheten door Marja en Paulette. Nota bene dezelfde Marja die ze ooit had gebeld toen ze bij het Jacobsgenootschap in Utrecht om informatie vroeg.
De warmte raakte haar zo, dat Mieke voornemens is om aankomend jaar twee weken in die huiskamer te werken als vrijwilliger. “En dan probeer ik voor de pelgrims net zo lief te zijn als Marja en Paulette voor mij waren” zegt ze.
‘s Avonds ging ze naar de kathedraal. Ze wist niet wat ze zag en meemaakte; zo bijzonder om daar aan te komen. Ze zag zelfs het zwaaien van het wierookvat. Mieke voelde zich alleen maar dankbaar en blij; vorig jaar lag ze nog in het ziekenhuis en nu stond ze hier….
Het belangrijkste van de Camino
Het meest memorabele van de hele Camino was haar verblijf in een klein klooster in Santo Colombo de Somoza, een klein toeristisch dorpje. Omdat ze een ontsteking aan haar scheenbeen had bleef ze daar een paar dagen. Het klooster werd bewoond door een Duitse en een Afrikaanse broeder en een Spaanse abt. ‘s Avonds aten die met de pelgrims mee en voerden ze geweldige gesprekken. Voor Mieke voelde het verblijf daar als een oase van rust temidden van het drukke dorp vol restaurants en feestende toeristen. Aan het verblijf daar heeft Mieke contacten overgehouden; een medepelgrim uit Nieuw-Zeeland heeft vorig jaar nog bij haar gelogeerd.
Gevraagd naar haar motto zegt Mieke dat het voor haar uiteindelijk om de natuur draait. Ze genoot intens en bewust van alles om haar heen, vaak meer dan de kerken en kapelletjes waar ze onderweg soms wel drie keer per dag binnenstapte. Ze voelde zich voortdurend omringd door de schoonheid en de afwisseling van de natuur.
Op de vraag wat de Camino haar heeft gebracht, zegt Mieke geëmotioneerd “Ik heb het besef gekregen dat ik een uniek en heel bijzonder leven heb gehad.”
De kerk
De kerk speelde een grote rol in haar leven, vooral vroeger, toen ze als kind naar de kerk moest. Het geloof is haar met de paplepel ingegoten. “Maar nu zie ik het als één groot sprookje” zegt ze. “Ik ben kritisch geworden op alles wat de kerk is, maar het zijn ook de sprookjes waardoor ik zo’n bijzondere jeugd heb gehad.” Mieke gelooft niet dat haar ouders “op een stoeltje in de hemel zitten”, maar bij hun graf praat ze nog altijd met hen.
In alle kapelletjes stak ze twee kaarsen aan: één voor boven, voor het sprookje en één voor beneden, “voor ons hier op aarde, waar wij er maar het beste van moeten maken.”
Toekomstplannen
Toekomstplannen heeft Mieke volop. Aankomend jaar wil ze niet alleen vrijwilliger zijn in de huiskamer van de Lage Landen; in maart/april wil ze twee korte pelgrimsroutes lopen in Japan; de Kumano Kodo en de Kumano Hyatama. Die horen, net als de Camino, tot het Wereld Erfgoed. Wie ze alle drie heeft gelopen is een “Jewel Pilgrim.”
Bij een van die routes, op een eiland, wil Mieke oversteken naar het vaste land om daar enkele tempels van de Shikoku-route aan te doen. Dat is een langere route met 88 tempels. Ze wil zien of het reëel is om die route in het najaar helemaal te lopen. (Dan zal ze wel met het openbaar vervoer etappes gaan overbruggen die langer zijn dan 15 km.)
De Regio
Mieke deed voorheen vaak mee aan veel wandelingen van de Regio tot ze een gebroken dijbeen (en elleboog) opliep doordat een onhandige toerist haar omver fietste. Ze hoopt echter binnenkort weer een slow walk te kunnen meelopen. (“Dat moet nou wel weer eens kunnen!”)
Onregelmatig komt ze bij het Café, het is gezellig maar soms erg druk en te lawaaiig voor meer dan oppervlakkige gesprekken. De locatie in Noord waar nu lezingen en bijeenkomsten zijn, vindt Mieke perfect, ook al vanwege de aardige mensen die daar werken.
Ze leest de Nieuwsbrief graag.
Mieke is verbonden aan het Museum Jan in Amstelveen. Als er eens een toepasselijke tentoonstelling is, zou ze best een rondleiding voor de Regio willen organiseren.
Laden...
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze site zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van deze site, gaan we er vanuit dat je ermee instemt.